Regionale participatie in Drenthe
Toke Slaman is sinds juli 2023 aan de slag als kwartiermaker inwonersparticipatie in Drenthe. Daarbij probeert ze uit, deelt ze kennis, ontdekt ze knelpunten en verzint ze oplossingen voor participatie-uitdagingen. We zijn benieuwd naar haar ervaringen, want die uitdagingen spelen in elke regio. Marieke van Noort – adviseur regionale participatie bij INVOLV– interviewt Toke over haar eerste halfjaar kwartiermaken.
Toke Slaman organiseert voor het IZA Drenthe en voor ROAZ Noord-Nederland dat inwoners gelijkwaardig betrokken worden bij het opstellen van de regioplannen. Zij doet dat vanuit Zorgbelang Drenthe, een onafhankelijke maatschappelijke organisatie voor iedereen in Drenthe die gebruikmaakt van zorg.
Bovendien achterhaalt zij gaandeweg wat wel en wat niet werkt bij inwonersparticipatie, en wat er nodig is aan regionale ondersteuning voor de toekomstige Drentse Participatiehub.
3 ontwikkelingen in elke regio van Nederland
Voor zorg en welzijn is Nederland verdeeld in 31 regio’s, met elk een eigen zorgkantoor: de zorgkantoorregio’s.
1) In elke regio maken de zorgpartijen regioplannen voor vernieuwing van zorg en welzijn, voortkomend uit het Integraal Zorg Akkoord (IZA). Inwonersparticipatie is daarbij verplicht.
2) Ook de 10 Regionale Overleggen Acute Zorgketen (ROAZ) maken regioplannen. Daarbij staat inwonersparticipatie wel op de agenda, maar het is niet verplicht.
3) In 2024 komt er in elke regio een zogenaamde Participatiehub: een regionale infrastructuur voor ondersteuning bij participatie van inwoners, patiënten en cliënten in zorg en welzijn.
Toke, je bent nu een halfjaar bezig met inwonersparticipatie bij het IZA-regioplan en het ROAZ-regioplan. Laten we op beide de regio-overleggen inzoomen. Te beginnen bij het ROAZ Noord-Nederland?
“Bij ROAZ Noord-Nederland zitten de drie Zorgbelang-organisaties (Friesland, Drenthe en Groningen) al langer aan tafel. Daarmee is deze ROAZ één van de voorlopers met participatie. Tegelijkertijd zien de partners in deze ROAZ de noodzaak om inwonersparticipatie verder te verstevigen. Want Zorgbelang Drenthe behartigt wel de belangen van inwoners, maar is niet de vertegenwoordiger van inwoners. Het streven is om inwoners zelf betekenisvol aan tafel te krijgen. De indirecte participatie via de Zorgbelang-organisaties willen we aanvullen met directe participatie van inwoners zelf. Een eerste stap zetten we binnenkort door het ROAZ-plan voor te leggen aan een groep inwoners, zoals mensen uit cliëntenraden van organisaties die in de keten van acute zorg werken, bijvoorbeeld van de ambulancezorg, ziekenhuizen en GGZ.
Het huidige regionaal overleg in de acute zorg is meer wetenschappelijk en technisch. Het inwonersperspectief is totaal anders. Het is een uitdaging om deze perspectieven betekenisvol bij elkaar te brengen. Daarom vinden we het nu acceptabel dat inwoners niet vanaf het begin aan tafel zitten. Dat neemt niet weg dat het einddoel is om inwoners in alle fases van de planvorming aan tafel te krijgen.
En wat is de situatie bij Gezonde Marke, zoals jullie de IZA beweging in Drenthe noemen?
“Bij Gezonde Marke is gestart met een regiobeeld. Daar zijn zes belangrijkste opgaven uit naar voren gekomen. Deze thema’s zijn in het regioplan uitgewerkt in strategische doelen en gezamenlijke inspanningen. Voor ieder thema is een schrijfteam samengesteld, bestaande uit beleidsmakers, professionals en ook inwoners, onder leiding van een facilitator. Elk schrijfteam bevat 2 inwoners, met een goede mix van ervaring en betrokkenheid bij het thema. De inwoners zijn geselecteerd op hun vermogen om vanuit een breder perspectief mee te denken. Dat zijn voor een deel getrainde ervaringsdeskundigen en voor een deel mensen uit cliënten- en verzekerdenraden, plus initiatiefnemers van inwonerinitiatieven in zorg en welzijn.
Vanuit Zorgbelang Drenthe ondersteunen we deze inwoners bij de voorbereiding van de schrijfsessies. Ook ondersteunen we de facilitators bij het tot stand brengen van een gelijkwaardige dialoog in zo’n divers team.”
Zijn er al resultaten? Zie je dat het werkt?
“Jazeker! De evaluatie moet nog komen, maar ik durf te zeggen dat het goed lukt om de stem van inwoners door te laten klinken. Zo werkte één schrijfteam de herstelgedachte voor inwoners met een psychische kwetsbaarheid uit binnen hun thema. En in andere schrijfteams lieten inwoners professionals zien dat dingen soms ook simpel kunnen. Het is bovendien mooi om te zien dat puur door de aanwezigheid van de inwoners professionals wisselen van het professionele naar het inwonersperspectief.”
Wat vinden de inwoners die meedoen ervan?
“Het gros van de mensen is enthousiast. Ze voelen zich gezien en gehoord en vinden het ook echt leuk om mee te doen. We vragen best veel: iedere inwoner besteedt er zo’n 48 uur aan: 3 hele schrijfdagen plus voorbereiding en nawerk.
Tegelijkertijd bleek dat een aantal inwonerinitiatieven in Drenthe zich onvoldoende vertegenwoordigd voelden door de geselecteerde inwoners. Deze inwonerinitiatieven bundelden hun krachten en schreven een manifest voor meer invloed van een nieuw collectief van inwonerinitiatieven. Het manifest is besproken in het bestuur van het IZA. We werken nu nauwer samen met dit nieuwe collectief. Doordat we heel open zijn, ontstaat er meer wederzijds begrip; dat is een mooi proces.
Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat het cliënten- en patiëntenperspectief ook voldoende aandacht krijgt, naast het inwonerperspectief. Je gunt de belangenbehartigers van cliënten- en patiëntenorganisaties zo’n zelfde krachtige stem. Maar die organisaties komen nog niet vanzelf. Daar zie ik een belangrijke rol voor mij als kwartiermaker.”
Hoe betrek je in dit soort plannen mensen die wat minder talig zijn? Bijvoorbeeld mensen die laaggeletterd zijn, mensen met een migratieachtergrond of jongeren?
“Vanwege het krappe tijdspad is dat lastig in deze regioplannen. Aanvankelijk keken we hiervoor naar creatieve en laagdrempelige vormen, zoals Design Thinking. Ik werd daar zelf heel enthousiast van, en ook om me heen zag ik dat mensen dit het liefst zouden willen. Maar het tijdspad was echt te krap, de regioplannen moeten dit jaar nog klaar zijn. Een goede les voor de toekomst: als participatie van inwoners zo belangrijk is, dan moeten de randvoorwaarden daarvoor toereikend zijn.
Uiteraard melden we dit gemis en andere signalen op bestuursniveau en landelijk. Op dat niveau zien we trouwens veel enthousiasme voor inwonersparticipatie, zoals we die nu vormgeven. Iedereen raakt steeds meer doordrongen van het belang van de inbreng van inwoners, patiënten en cliënten. Steeds meer bestuurders steken hun hand op om dit samen te gaan doen, dus het wordt ook steeds meer een gezamenlijk proces.”
Dan nog even naar het laatste deel van je opdracht. Je mag alle ervaringen uit deze twee participatieprocessen verwerken in lessen voor de toekomstige ondersteuningsstructuur: de participatiehub.
“Ik merk dat participatie werkt, en dat je al doende moet groeien met elkaar. Het adviesrapport ‘van Knelpunt naar Knooppunt’ van INVOLV was bij de voorbereidingen van deze participatie al bijzonder behulpzaam en richtinggevend. En ik ontdek dat het nu meer lading en invulling krijgt. Ik heb het gevoel dat we al aan zo’n ondersteuningsstructuur in de regio werken.
Een volgende stap kan zijn om het breder te trekken dan het IZA. Want de bestuurlijke tafels van het IZA en het ROAZ zijn belangrijke, maar niet de enige, plekken waar de stem van inwoners en zorggebruikers beter gehoord mogen worden. En een ondersteuningsstructuur voor participatie in een programma, is wat anders dan een ondersteuningsstructuur voor structurele participatie van inwoners en zorggebruikers. We staan in Drenthe te trappelen om hiermee verder te gaan, en dus wachten we vooral op de financiering hiervoor.”
Tot slot: wat was in dit halfjaar nu jouw geluksmomentje?
“Oef, eentje? Ik doe er twee.
Allereerst ben ik ontzettend blij dat inwoners in die schrijfgroepen als gelijkwaardige gesprekspartner aan tafel zaten. Als je dan van inwoners terughoort dat dit werkelijk gelukt is…., daar word ik dan echt blij van! Dan hebben we met z’n allen goed werk verricht.
En als tweede: ik heb net de eerste conceptversie gekregen van het regioplan. Als ik dan zie vanuit welk perspectief er geschreven is, hoe de inbreng van inwoners daarin terugkomt en dat het óók nog goed in de systeemwereld landt, dan is dat precies het resultaat waar we op hoopten.
De volgende stap is dat dit type gesprekken veel vaker gevoerd wordt met veel meer professionals en inwoners. Dat is de ambitie voor de toekomst. Ik ga voor nog veel meer geluksmomentjes!”
Dankjewel Toke voor dit inkijkje in jouw project en het delen van de tussentijdse resultaten. Ik ben benieuwd hoe het IZA regioplan er straks uit gaat zien en hoe de ontwikkelingen in Drenthe en Noord-Nederland verder gaan. Wij blijven jullie volgen!